X
Sign Festival

Sign Festival

Sign2Com

Santana
Carrefour logo

Carrefour logo

Ixina
L'âme du chocolat

L'âme du chocolat


NEON

De bestanddelen voor de fabricatie van neonsystemen zijn de glasbuizen, de gassen, de poeders en de elektroden.
 

GLASBUIZEN
De buizen worden in lengtes van 150 tot 300 cm geleverd, afhankelijk van de kleuren en de fabrikant. Er bestaan verschillende soorten glas, namelijk :
  • Loodglas : Is een zacht glas dat frequent wordt gebruikt in België. Het is vrij delicaat, omdat het gevoelig is voor temperatuurschommelingen en schokken. Het heeft de neiging grijs te worden bij veroudering en/of als het bij de fabricatie op een te hoge temperatuur verwerkt werd ;
  • Barium-Strontium glas : Wordt erg weinig gebruikt in België. Het is stabieler dan loodglas ;
  • Sodaglas : Wordt eveneens frequent gebruikt in België. Het heeft als voordeel dat het geen lood bevat en dat het in de massa gekleurd kan worden ;
  • Borosilicaat glas of volgens merknaam ook pyrex glas genoemd : Is niet gevoelig voor temperatuurschommelingen en is minder gevoelig voor schokken. Het wordt niet minder doorzichtig bij veroudering.
  • Glasbuizen worden door de fabrikant geleverd in :
  • Transparant of helder glas ;
  • Voorgepoederd glas ;
  • Glas dat in de massa gekleurd werd (eventueel ook in voorgepoederde versie).
De combinatie van helder of in de massa gekleurd glas, met de op de binnenwand aangebrachte poeder en het gebruikte soort gas, bepaalt de kleur van de oplichtende neonbuis. Een gepoederde neonbuis is in gedoofde toestand altijd wit. De in de massa gekleurde buizen bestaan in het rood, oranje, geel, groen en blauw. Een in de massa gekleurde buis heeft meestal dezelfde kleurtint zowel uitgeschakeld als aangeschakeld..
 
GASSEN
De meest gebruikte gassen zijn edelgassen :
  • NEON, geeft een rood licht weer. Het wordt vaak gemengd met 25% argon
  • ARGON, geeft een blauw licht weer. In reactie met de op de buiswand aangebrachte poeders biedt het een grote keuze aan kleuren. Om de ontsteking te bevorderen,wordt argon meestal gemengd met 25 à 50% neon.
  • HELIUM, verspreidt een witachtig licht, maar wordt zelden gebruikt.

POEDERS
Onder invloed van een elektrische ontlading produceren de hierboven beschreven gassen enkel de volgende kleuren :
  • Rood voor neon ;
  • Blauwachtig voor zuiver argon ;
  • Blauw voor argon met kwikdamp ;
  • Witachtig voor helium.
Om het kleurenspectrum te vergroten, worden de buiswanden voorzien van poeders die fluorescerende en/of fosforescerende bestanddelen bevatten. Door de violette of ultraviolette stralingen die ontstaan door de elektrische ontlading in de buis,worden deze poeders dus lichtgevend. De kleur van het door het poeder vrijgegeven licht hangt af van de chemische samenstelling ervan. De verschillende poedermengsels bieden een grote keuze aan kleuren en variëren naargelang de fabrikant.  
 
ELEKTRODEN
Er bestaan verschillende soorten elektroden die allen in een glascapsule worden ingebouwd. Het glas van de capsule moet aangepast zijn aan de glasbuis waarop het gelast moet worden


De neonbuizen worden artisanaal gefabriceerd volgens de hieronder beschreven procedures :
 
PLOOIEN OF VORMEN VAN HET GLAS
De glasbuizen worden met een gasbrander verwarmd en vervolgens door de glasblazer geplooid of gevormd volgens een plan of een mal van de te verkrijgen letter of figuur. Als de vorming volledig afgewerkt is en ze niet voorgepoederd was,wordt de buis daaropvolgend gepoederd.
 
POEDEREN
Er bestaan twee poedermethodes :
  • Ofwel worden voorgepoederde buizen gebruikt ;
  • Ofwel worden de gevormde buizen gepoederd door er een vloeistof in te gieten die samengesteld is uit « lijm » en poeder. Vervolgens wordt alles gedroogd in een voorverwarmde oven op 400° C gedurende 45 à 60 minuten.

VACUUM TREKKEN & INBRENGEN VAN HET GAS
De buis wordt dan aan de twee uiteinden afgesloten door twee elektroden. Eén van de elektroden is uitgerust met een glazen buis met een fijne diameter, de zogenaamde « stengel ». Via deze stengel wordt dan het geheel verbonden met de vacuümpomp.
Voor de buizen waarin kwik wordt toegevoegd, is een verdikking voorzien in de stengel, waarin het kwikdruppeltje wordt aangebracht.
Het vacuüm wordt vervolgens in twee stappen uitgevoerd : eerst de ontgassing van de buis, daarna de grondige ontgassing van de elektroden :
Het edelgas wordt in de afgekoelde buis ingebracht met een kwikdruk variërend van 8 tot 16 mm. De druk wordt bepaald door de diameter van de buizen, de toekomstige elektrische nominale werkingstroom en het soort gas dat wordt gebruikt.  
 
AFWERKEN VAN DE NEONBUIS
De buis wordt dan afgekoppeld van de pomp en onder spanning gezet om het systeem te « vormen ». Daarbij verdampt het kwik en wordt een homogeen gas/kwik mengsel verkregen. Ideaal moet de buis in de werkplaats gedurende 10 à 20 uur gevormd worden vooraleer ze volledig gebruiksklaar is.
 
HS TRANSFORMATOREN
Er bestaan tal van ferromagnetische transformatoren, waarbij de meest courante een secondaire spanning afleveren van 1.000V tot 10.000V en die werken met een secondaire stroom van 15 à 100 mA. Ook hier hangt de elektrische werkingsstroom samen met het gebruikte gas, met de diameter van de buis en met de gewenste lichtintensiteit..
Sedert enkele jaren verschijnen er op de markt elektronische voedingen die hoge spanning combineren met hoge frequentie. Dit soort voedingen neemt veel minder plaats in beslag dan de conventionele transformatoren. Desalniettemin vereist hun installatie bepaalde voorzorgsmaatregelen.
De hoogspanningsbuizen (neon) moeten door bevoegde technici geïnstalleerd worden. Slecht gerealiseerd, kan een hoogspanningsinstallatie een gevaar betekenen voor de gebruiker of voor diegene die in contact komt met het hoogspanningscircuit.
De glasbuizen zijn over het algemeen op hun ondergrond bevestigd met speciaal hiervoor ontworpen steunen. Ze worden serieel met elkaar verbonden tot een lengte van 3 tot 15 m, afhankelijk van de diameter van de buis en het gebruikte gasmengsel.
Iedere reeks buizen wordt dan aan zijn transformator gekoppeld. De bekabeling tussen de buizen en de HS transformatoren gebeurt met speciale kabels. Deze kabels zijn altijd mono-geleiders die een doorsnede hebben van ± 1 mm2. De isolatiemantel van de geleiders bestaat uit silicone, polyvinylchloride (PVC) of polyethyleen, zodanig dat de totale doorsnede van de kabel 7 à 10 mm bedraagt.
De geldende Europese norm EN50107 verplicht de installateur – naast de bestaande laagspanningsnormen – een reeks normen en voorschriften te respecteren bij hoogspanningsinstallaties ( zie ook Praktische Gids bij EN-50107 )
 

ZOEK UW NEON FABRIKANT:
Uw postcode: 
Maximale afstand: